eτi: Karel aan het begin van het pad.
eτi: Uitrusten op een paaltje.
eτi: Bergbeklimmen op de dijk.
eτi: Madelief op het wandelpad.
eτi: Oukoopse Molen
eτi: De Enkele Wiericke
eτi: Madelief op het bruggetje
eτi: Karel boven aan het bruggetje
eτi: Naar de koeien lopen
eτi: Madelief aan de wandel
eτi: Karel aan de wandel
eτi: Karel komt bij de molen aan
eτi: Karel en Madelief bij de molen
eτi: Picknick bij de molen
eτi: Laat mij drinken!
eτi: Dank je.
eτi: Karel bij de molen
eτi: Karel gaat heus niet te dicht bij het water staan, maar hij durft wel naast het pad.
eτi: Ontmoeting.