Arenka1: Zo, nu tijd voor koek.
Arenka1: Te klein?
Arenka1: Ondeugend? Nooit! Of eh toch wel?
Arenka1: Dikke pret bij oma
Arenka1: Die zon ook altijd
Arenka1: Ik heb het best naar m'n zin hier
Arenka1: Op de fiets met mama
Arenka1: Mooi weer, dus lekker bij oma buiten eten
Arenka1: Is dit geen prachtige schommel
Arenka1: Met Nick op de wip
Arenka1: Beste maatjes met opa
Arenka1: Valt niet mee om tegen de zon in te kijken hoor
Arenka1: Hallo
Arenka1: Nick en Rogier hebben dikke pret
Arenka1: Aan de kant allemaal, daar komen Melanie en Rogier