de mama: .wij gaan jam maken!
de mama: .goed de aardbeitjes wassen
de mama: .en (c)hop hop hop, in de pan
de mama: .bietje boel suiker erbij
de mama: .en roeren maar!
de mama: .en lekker ruiken dat dat doet!
de mama: .stiekem proeven. betrapt door de mama.
de mama: .tadaa! jam.